Inhoudelijke artikelen op AHA 24×7 en LinkedIn

Artikel 1.0

Nederlands-Duitse verschillen blijven nog wel een tijdje

Zo’n 3 á 4 jaar geleden gaf ik een aantal colleges over Nederlands-Duitse cultuurverschillen voor de opleiding International Business and Languages (IBL) aan hogeschool Saxion in Enschede. Op deze opleiding zitten Nederlandse en Duitse studenten vanaf dag 1 samen in de klas. Voordat ik mijn colleges gaf, verspreidde ik onder de studenten een kleine open vragenlijst over Nederlandse en Duitse eigenschappen. Ik vroeg hen wat ze typische eigenschappen van Nederlanders en Duitsers vonden en wat ze positief en voor verbetering vatbaar achtten. Uit de resultaten bleek dat bij deze jonge mensen van 19 – 22 jaar een aantal opmerkelijke Nederlands-Duitse verschillen te zien waren.

Gründlichkeit en Pünktlichkeit

Duitsers worden vaak geassocieerd met ‘Gründlichkeit’ en ‘Pünktlichkeit’. Maar als zelfs jonge mensen deze stereotyperingen larderen met voorbeelden uit de eigen praktijk, dan zit dit toch behoorlijk verankerd. Duitse studenten komen volgens de Nederlandse leerlingen goed voorbereid naar een werkgroepoverleg en weten van de hoed en de rand wanneer het gaat om allerlei regelingen op school. Wanneer de Nederlandse studenten iets wilden weten over extra studietijd in verband met ziekte of andere specifieke zaken, konden ze gewoon bij hun Duitse medestudenten te rade gaan.

Soms vraag je je af in hoeverre het gaat om stereotypen maar als zelfs jonge mensen ‘Gründlichkeit en Pünktlichkeit’ bevestigen en larderen met voorbeelden uit de eigen praktijk, dan zit het toch behoorlijk verankerd.

Perfectionisme

Het Duitse perfectionisme zorgt ervoor dat opdrachten volledig en correct worden uitgevoerd. Maar volgens de Nederlanders leidt dit wel vaak tot extra stress omdat die laatste 10% veel moeite kost. De docent was met 90% vast ook al heel tevreden geweest, zo redeneren de Nederlandse studenten.

Voortschrijdend inzicht

Duitse studenten melden op hun beurt dat Nederlandse studenten tijdens werkoverleggen vaak te laat komen, zich verontschuldigen en vervolgens nog even een kop koffie halen. Nederlanders vinden een matige voorbereiding niet zo’n probleem, omdat je dan tijdens het overleg flexibeler bent en meer openstaat voor ‘voortschrijdend inzicht’.

Niet lullen maar poetsen

Veel Nederlandse studenten bij Saxion komen uit het oosten van Nederland waar over het algemeen het motto “Niet lullen maar poetsen” geldt. Toch opperden veel Duitse studenten dat hun Nederlandse medestudenten minder moeten praten en overleggen en vaker de handen uit de mouwen moeten steken. En op tijd beginnen zodat de deadline makkelijker wordt gehaald. Nederlandse studenten merkten op dat Duitsers soms zo intensief met de opdracht bezig zijn, dat ze wat onvriendelijk kunnen overkomen. Onder Nederlanders staat een goede ‘life-work-balance’ hoog in het vaandel.

Mijn conclusie na dit alles? Nederlanders kunnen nog veel van Duitsers leren en andersom. Bovendien is het fantastisch als jonge mensen dit al tijdens hun opleiding ondervinden. Ook stel ik vast dat de verschillen tussen Nederlanders en Duitsers nog vele jaren zullen blijven bestaan.

John Mazeland is directeur van de Business Alliance Nederland Duitsland (BAND) in Nijmegen. Hij organiseert (inhouse) cursussen en workshops over Duits-Nederlandse samenwerking voor bedrijfsleven en overheid.

Artikel 1:

Wie behoorlijk Duits spreekt, heeft in het zakenleven een streepje voor

Bij het zakendoen met Duitse partners is het belangrijk dat de communicatie tussen de Nederlandse en Duitse partners goed verloopt. Loopt deze communicatie nogal stroef door cultuurverschillen, misverstanden, begripsverwarring, onvoldoende kennis of handigheid in het gebruik van de Duitse taal, dan is het hoog tijd om de kennis van het zakelijke Duits bij te spijkeren. Want wie behoorlijk Duits spreekt, heeft in het zakenleven een streepje voor.

Natuurlijk beheersen ook veel Duitsers vandaag de dag een aardig woordje Engels. Maar als het echt de diepte in gaat, slaakt menig Duitse zakenpartner een zucht van verlichting wanneer blijkt dat de Nederlandse zakenpartner ook in het Duits kan communiceren. Met Duits op een hoger niveau verbeteren Nederlandse ondernemers hun relaties met Duitse zakenpartners en dat levert uiteindelijk meer op.

Om die reden heeft de Business Alliance Nederland Duitsland samen met drie partners – De Jong & Laan in Elst en Hoogeveen, Bavelaar & Bavelaar Advocaten in Amsterdam en mediamixx (cross border communicatiebureau) in Kleve – een cursus ‘Zakelijk Duits’ ontwikkeld.

De cursus ‘Zakelijk Duits’ start in september 2017 en bestaat uit vijf dagdelen van 3,5 uur. De cursus start met een kick-off sessie, waarin aandacht wordt besteed aan de verschillen tussen de Duitse en Nederlandse zakencultuur en de wijze waarop effectiever gecommuniceerd kan worden met Duitse zakenpartners. Hierna volgen vier sessies die gericht zijn op het verbeteren van de gespreksvaardigheden en het gebruik van de Duitse taal.

Tijdens de cursus komen de volgende aandachtspunten aan de orde:
– Woordenschat uitbreiden
– Grammatica bijspijkeren
– Uitspraak oefenen
– Duitse terminologie
– Gesprekken in het Duits voeren
– Telefoneren in het Duits
– Praten over cultuurverschillen en andere ervaringen
– Duitse films, nieuws- of televisieprogramma’s bekijken en bespreken

Meer informatie over de data, kosten, inhoud of aanmelding is te vinden op www.business-alliance.nl of telefonisch via 024 -350 07 59.

Artikel 2: Duitsers hebben last van een ‘Abkürzungsfimmel’

Ieder land heeft niet alleen een eigen cultuur, maar ook eigen afkortingen. Menig Nederlander heeft zich tijdens het lezen van een Duitse tekst vast al eens verbaasd over de afkorting ‘bzw.’ of over een Duits bord met de tekst ‘Hier gilt die StVO’. Ook zal niet iedere Nederlander begrijpend knikken als een Duitser vraagt: “Sind Sie mit dem PKW gekommen?”

Het Duitse antwoord op die laatste vraag zou kunnen zijn: “Nein, mit dem ÖPNV”. Tsja, er zijn ongetwijfeld Nederlanders die alle afkortingen kennen, maar voor diegenen die het niet weten: de afkorting bzw. betekent beziehungsweise (respectievelijk) en de afkorting ‘StVO’ kun je tegenkomen wanneer je bijvoorbeeld een vakantiepark of een camping oprijdt. StVO staat voor Straßenverkehrsordnung, wat betekent dat hier de reguliere verkeersregels gelden. PKW betekent Personenkraftwagen, oftewel personenauto en wordt meestal gebruikt als tegenstelling ten opzichte van LKW (Lastkraftwagen, vrachtwagen). Overigens is onze afkorting voor ÖPNV nog korter, namelijk OV (openbaar vervoer).

Zo zaten mijn vrouw en ik onlangs in een gezellige traditionele Kneipe op de Lüneburger Heide. Zoals zo vaak bestellen we dan een lokaal biertje om eens te proeven. Meestal is dat een groot succes en kan ik het iedere bierliefhebber aanbevelen. Dit keer was de Lüneburger Pils aan de beurt. De Kellnerin bracht het bier en vroeg “Haben Sie zwei Lüpi bestellt?”. Wij zullen wel wat vreemd gekeken hebben, ondanks onze inmiddels 30 jaar lange ervaring met de Duitse taal en Duitsland. Ze voegde er snel aan toe: “Ach, ich meine zwei Lüneburger Pils. Sie wissen ja, die Deutschen haben einen Aküfi, einen Abkürzungsfimmel.”

Artikel 3: Duitsers hebben toch geen humor?

Een bekend raadsel draait om de volgende vraag: ken je de 2 dunste boeken ter wereld? Nee? Nou dat zijn de boeken ‘Italiaanse oorlogshelden’ en ‘Duitse humor’. Ik wil graag wat dieper ingaan op dat laatste boekje. Inmiddels heb ik 30 jaar ervaring met Duits en Duitsland en in de tijd heb ik Nederlanders inderdaad vaak horen zeggen dat Duitsers geen humor hebben. Het ging dan vaak om mensen die nog nooit een Duitser van dichtbij hadden gezien of om zakenmensen.

Er is een goede verklaring aan te dragen waarom zelfs bij de groep Nederlandse zakenmensen deze mening gangbaar is. Volgens mij heeft het te maken met het feit dat ieder volk inderdaad een eigen gevoel voor humor heeft. In Duitsland maakt men bijvoorbeeld veel meer woordgrappen en is het cabaret vlijmscherp en vaak politiek van aard. Wanneer je dan de taal en de context niet helemaal begrijpt, mis je al snel de pointe.

Maar de zogenaamde ‘springende Punkt’ is het cultuurverschil tussen Nederland en Duitsland wat de scheiding betreft tussen privé en zakelijk. In Nederland is dit verschil niet zo heel erg groot en ben je op het werk en thuis gewoon Karel. Humor hoort er vaak bij onder het motto: “Het moet wel gezellig blijven!”

In Duitsland ben je thuis Karl en op je werk ben je ‘Geschäftsführer’, ‘Abteilungsleiter’ en in veel gevallen ‘Herr Müller’. Men vervult meer ‘officiële’ rollen. Vervolgens komt een Nederlander voor een zakelijke afspraak langs bij een bedrijf in Duitsland. Nu zijn de meeste Duitsers al heel serieus bezig met hun werk en dan komt er nog een zakelijke relatie op bezoek, in principe een vreemde dus. Dan gaat men zich nog professioneler gedragen en dan is er in de meeste gevallen al helemaal geen plek meer voor grappen en grollen.

Mijn advies in deze zou zijn dat je Duitse vrienden en kennissen gaat opdoen. Op die manier kun je de Duitse cultuur van binnenuit leren kennen en zul je merken dat je ook met de Oosterburen kunt schuddebuiken van het lachen. Wat ik zelf bijvoorbeeld enorm geestig vond, is de manier waarop veel Duitsers met het ‘Abgasskandal’ bij Volkswagen omgingen. In eerste instantie schaamde men zich kapot of stond met de mond vol tanden. Daarna kwam de humor rondom de twee egeltjes met gasmaskers op die elkaar waarschuwen dat er een Volkswagen nadert of de mop: Kleine Heinz zit in de klas en de juffrouw vraagt iedereen wat zijn ouders voor werk doet. De een is rechter, de ander directrice en zo gaat het maar door. Dan vraagt juffrouw aan Heinz “En wat doet jouw vader?” Nou antwoordt Heinz: “Hij is paaldanser in een homobar”. Iedereen staat paf en gelukkig gaat net de bel voor de pauze. Wanneer iedereen weg is vraagt juffrouw aan Heinz: “Maar dat klopt toch helemaal niet van jouw vader?” “Nee”, zegt Heinz, “maar ik durfde niet te zeggen dat hij manager is bij Volkswagen”.

Dus wil je Duitsland en de Duitse cultuur beter leren begrijpen dan kan het van voordeel zijn om je zowel zakelijk als privé onder de oosterburen te begeven.

Artikel 4: Goede kennis van de Duitse taal loont in het zakenleven

Steeds meer Duitsers kunnen Engels verstaan en spreken, maar deze verworvenheid is niet zo vanzelfsprekend als in het Nederlandse zakenleven. Menig Duitser slaakt een zucht van verlichting wanneer blijkt dat zijn Nederlandse gesprekspartner redelijk Duits spreekt. Ook wanneer dat Duits te wensen overlaat, geeft de Duitse zakenpartner graag een compliment (“Sie sprechen so gut Deutsch”), omdat zijn Engels vaak nog slechter is.

Hoe komt het dat Duitsers minder goed Engels spreken, terwijl het op school gewoon in het lesprogramma is opgenomen? Ten eerste worden buitenlandse films op de Duitse tv nagesynchroniseerd. In Nederland en in bijna alle kleinere taalgebieden werken we met ondertiteling. Veel Duitsers vinden dit een verminking van het filmbeeld. In Duitsland (en ook in andere grote landen zoals Frankrijk, Spanje, Rusland) worden de gesproken teksten van de acteurs nagesynchroniseerd. Wij Nederlanders vinden dat weer verschrikkelijk en maken daar grapjes over, meestal verbonden met John Wayne: “Hé Boy hol mir mal den Whisky”. Het is maar wat je gewend bent. Belangrijk hier is dat de meeste Duitse filmkijkers geen andere taal horen dan hun eigen. Daar hebben de Nederlanders een voorsprong.

Daarnaast komt er nog een cultuurverschil om de hoek kijken. Nederlanders vinden het leuk om de woorden en zinnen die ze in een andere taal kennen te bezigen. Ken je 30 woorden en 10 zinnen in het Duits dan kun je je al aardig redden, of zoals Herman Finkers zei: ”Ik spreek überhaupt maar 1 woord Duits”. Bovendien wordt het in Nederland als beleefd aangezien om een buitenlander zo veel mogelijk in zijn eigen taal te woord te staan: dit getuigt van een dienstverlenende instelling. Een Duitse toerist die bij de Nederlandse bakker komt en een brood bestelt in zijn beste Nederlands, krijgt hoogstwaarschijnlijk van de Nederlandse bakker een (steenkolen)Duits antwoord. De bakker vindt dit beleefd en klantvriendelijk, maar de Duitse toerist denkt dat zijn Nederlands ontoereikend was.

In het zakenleven speelt nog een extra aspect en dat is de Duitse hang naar zekerheid en perfectionisme. Als je iets doet, dan moet je het ook goed doen. Of ‘Nur das Beste ist gut genug’, zoals het motto luidt bij veel Duitsers. Een Duitse Geschäftsführer die zijn bedrijf perfect wil vertegenwoordigen, spreekt liever alleen Duits als hij een buitenlandse taal niet tot in de puntjes beheerst. Zelf heb ik dit aan den lijve ondervonden toen ik nog bij het Centrum voor Duitsland-Studies werkte. Dit Centrum had een nauwe band met het Zentrum für Niederlande-Studien. Hun Duitse studenten kwamen een jaar bij ons studeren en die van ons gingen een jaar daar naartoe. De eerste maanden waren de Duitse studenten relatief stil en spraken ze weinig Nederlands. Na een aantal maanden oefenen in het lab en onder elkaar spraken ze zodanig perfect Nederlands, dat Prins Bernhard er nog een puntje aan had kunnen zuigen.

Bovendien weegt een Duitser altijd nauwkeurig de voors en tegens tegen elkaar af. Voorbeeld: Een Duitser sluit een contract af met een Nederlandse toeleverancier. De Nederlander levert een belangrijke module voor zijn machines. De Duitser vraagt zich dan bijvoorbeeld af: “Spreken de monteurs van de Nederlandse toeleverancier wel Duits? Zo niet, hoe moet dat dan wanneer er iets mis gaat, want mijn mensen spreken niet zo goed Engels.” Spreek je als Nederlandse zakenman of –vrouw dus behoorlijk Duits, dan voelt de Duitse zakenman/-vrouw zich zekerder en meer op zijn gemak. Hierdoor is de kans groter dat je de opdracht mee naar huis neemt. Investeren in je kennis en kunde van het zakelijk Duits loont en zorgt voor meer opdrachten en een soepelere samenwerking met je Duitse zakenpartner.

Artikel 5:
De Duitse hang naar zekerheid

“Vertrauen ist der Anfang von Allem”, zo luidde vele jaren terug de reclamespreuk van de Deutsche Bank. Hoewel het een motto is van een bedrijf, heb ik het altijd gezien als het 11de gebod voor Duitsland. Het leggen van contacten en het samenwerken in Duitsland is moeizamer dan de meeste Nederlanders gewend zijn.

In Duitsland duurt het gewoonlijk langer dan in Nederland voordat er een samenwerkingsovereenkomst tot stand komt. Maar ben je eenmaal binnen, dan blijf je ook langer. Duitse zakenpartners willen veel meer van je weten voordat ze met je in zee gaan. Belastbare referenties, certificaten (liefst Duitse), uitwerken van scenario’s (what if..), garanties en Lieferantentreue helpen je daarbij verder. En ga er maar vanuit dat je toekomstige Duitse zakenpartner jouw referentie natrekt, dus daarom moet deze belastbaar zijn.

Zekerheid

Belangrijk is dat je in je beste Duits duidelijk maakt dat je “Sicherheit” ook heel belangrijk vindt, dat je bepaalde zaken “absichert” en dat je graag “auf Nummer sicher geht”. De hele Duitse samenleving is doorspekt met deze begrippen. Je koopt niet zomaar een tegoed voor iets (bijv. je mobiel), nee, “Sie sichern ein Guthaben ab”. Een mooi voorbeeld is de Duitse Bundeswehr die er op 2 niveaus mee speelt (zie bijgaande foto boven uit de U-Bahn in Berlijn):

Je verzekert je van een goede toekomst met carrièreperspectief én je werkt mee aan de veiligheid van Duitsland. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen. In Duitsland wordt graag de nadruk gelegd op de baanzekerheid. Dit bewijst ook bijgaande reclamefoto uit de S-Bahn in Berlijn. In Nederland moet een baan vooral spannend zijn en een goed salaris opleveren.

Historisch perspectief


Natuurlijk hebben wij in Nederland ook zekerheid en veiligheid nodig. Maar in Duitsland tilt men daar nog zwaarder aan en dat heeft alles met de geschiedenis te maken. De vele verschillende staatsvormen die Duitsland heeft gehad, de verschillende territoria (Oost/West-Pruissen, Pommern, Schlesien), 2 wereldoorlogen, hyperinflatie, zware economische crises met het nazisme tot gevolg: dat alles heeft de Duitse mens zwaar beïnvloed en voorzichtiger gemaakt dan andere Europeanen.

Tijd

Dus wil je een goede zakelijke relatie met Duitsers aanknopen, dan moet je meer tijd inplannen dan je in Nederland gewend bent. Zo moet je bij je eerste afspraak absoluut op tijd zijn, want zo wordt mede je betrouwbaarheid getest. Maar wat verstaan Duitsers onder ‘op tijd’? Houd hierbij de volgende Duitse spreuk in gedachten: “Fünf Minuten vor der Zeit ist die beste Pünktlichkeit”.

Artikel 6:
Status nog steeds belangrijk in Duitsland

Een gangbare grap in Duitsland is dat iedereen die het gemaakt heeft, 3 foto’s in zijn portefeuille heeft. Hiermee kunnen ze bewijzen dat hij of zij succesvol is: „Mein Haus, mein Auto, mein Boot“. Hoewel iedere Duitser dit wel kent en ik al veel Duitsers heb gesproken, heb ik het nooit meegemaakt. Is het maar een grap? Volgens mij zit er wel een kern van waarheid in. Ik denk dat het historisch gegroeid is en je moet teruggaan naar de 17e eeuw om er een verklaring voor te vinden.

350 jaar geleden bestond Duitsland als nationale staat nog niet en waren er op het “Duitse” grondgebied meer dan 350 zelfstandige Duitse staatjes met ieder zijn eigen vorst aan het hoofd. Elk staatje was vooral bezig met zichzelf en het afzetten tegen de buren, representativiteit was het kernwoord. Braunschweig wilde anders, beter en mooier zijn dan Hannover, Baden was vooral bezig zich af te zetten tegen Württemberg en zo was elk Duits staatje aan het bewijzen dat ze een mooiere residentie had, een ander Duits dialect, een beter orkest, een beter geloof, een mooier uniform en ga zo maar door. Iedere vorst wilde in de spotlight staan en het liefst ten koste van de buren. Stel je voor meer dan 350 zonnekoninkjes op het toenmalige Duitse grondgebied. Ga maar na hoe je als Nederlander begint te spartelen als men in Amerika, Rusland of China denkt dat je een Duitser bent.

Chefsessel

Dit afzetten tegen de buren heeft zijn invloed gehad op het wel en wee in Duitsland anno nu. Kijk maar eens hoeveel belang men in Duitsland hecht aan de grootte van het kantoor, hoeveel vierkante meter, hoeveel ramen, heb je een plastic bordje met je naam erop of is het van messing. Hoe ziet je bureaustoel eruit? Hoe hoger de rugleuning hoe beter, heb je armleggers, is het een leren stoel? Iedere Duitser wil graag zo’n stoel die dan ook “Chefsessel” genoemd wordt. Tegenwoordig kun je een dergelijke stoel zelfs bij Aldi kopen voor € 89,95. Dan ben je thuis tenminste de chef. En ga er maar vanuit dat de verkoopcijfers een stuk minder zouden zijn wanneer een dergelijke stoel gewoon “Bürostuhl” of iets dergelijks zou heten.

Nicht zu fassen

Dat over een dergelijke stoel veel commotie kan ontstaan, blijkt uit een verhaal dat bij een grote verzekeringsmaatschappij in Köln een nieuwe ICT-medewerker wordt aangesteld. De man in kwestie is 2 meter 1 en corpulent. Hij kan op een normale bureaustoel niet goed zitten en gaat na een paar dagen naar de bedrijfsarts. Deze constateert dat het zo niet verder kan en zoekt samen met de nieuwe medewerker naar een alternatief. De enige stoel die aan alle criteria voldoet is een zogenaamde “Chefsessel” die alleen voor directieleden wordt uitgegeven. Hij krijgt deze stoel. Dat hij hierop zit, gaat als een lopend vuurtje door het verzekeringskantoor. Er worden in de pauze bijna excursies georganiseerd omdat iedereen met eigen ogen wil zien dat die nieuwe op zo’n stoel mag zitten: “Nicht zu fassen, wie ist das nur möglich!”

Trippelrohr

Een ander verhaal betreft een metaalbedrijf in het Sauerland met ongeveer 300 medewerkers. Ze hebben een directeur, een inkoopdirecteur en een verkoopdirecteur. Alle 3 de heren rijden in een Audi A6 met “Doppelrohr” (dubbele uitlaat). Heel vervelend want je kunt niet zien welke auto nu van dé directeur is. Een aantal personeelsleden neemt het besluit dat dat zo niet verder kan en omdat ze goed kunnen lassen en solderen maken ze er bij de Geschäftsführer in de middagpauze een derde pijpje aan vast. Hij heeft nu een “Trippelrohr”. Iedereen inclusief de chef zelf moet er hard om lachen, maar het is toch weer “Heile Welt”.

Doe maar gewoon

Als je daartegenover het gangbare in calvinistisch Nederland zet dan heb je met de spreuk “Doe normaal, dan doe je al gek genoeg” de koe bij de hoorns gevat. Wil je laten zien dat je succesvol bent, dan word je al snel voor arrogant versleten. Een mooi voorbeeld van normaal blijven, vind ik zelf de uitspraak van minister Jeroen Dijsselbloem die zegt: “Ik probeer elke dag mijn kippen zelf te voeren en loop door de moestuin, dan blijf je tenminste normaal en met 2 benen op de grond”. Ook minister-president Mark Rutte die op de fiets naar een heftige internationale conferentie gaat, past in dit plaatje.

Zo zie je maar dat hoewel onze beide landen buurlanden zijn er op dit gebied toch hele grote verschillen bestaan.

Artikel 7:
Hartelijk welkom in Duitsland: u bent gewaarschuwd

Zowel in Nederland als in Duitsland staan veel borden, verkeersborden en andere (waarschuwings)borden. Ik heb het nooit onderzocht maar wellicht staan er in Duitsland relatief meer borden. Het grote verschil zo wordt gezegd: „In Duitsland houdt men zich eraan“. Voorbeeld: Je rijdt over de Bundesstraße waar je overigens 100 km per uur mag (ipv 80 bij ons). Voor je bevindt zich een Duitser en we zien het bord Bocholt. De Duitser remt flink totdat hij de juist snelheid rijdt en de Nederlander is daardoor verrast en moet echt in de ankers. In Nederland zie je vaak dat mensen het gas loslaten en eventueel wat bijremmen.

Nog interessanter wordt het wanneer we kijken naar de waarschuwingsborden. Een aantal heb ik in de afgelopen tijd op de foto gezet. In Duitsland waarschuwt men meer dan in Nederland en dat komt volgens mij door het willen vermijden van eventuele aansprakelijkheid. Voorbeeld: Je loopt door het park in je beste pak en je bent op weg naar een sollicitatiegesprek. Ineens gaat de beregeningsinstallatie aan en wordt jouw hele pak nat. Om aansprakelijkheid te voorkomen heeft hier de Gemeente Ahrweiler een bord geplaatst “Vorsicht Bewässerungsarbeiten!”:

Ander voorbeeld: Duitse kinderen dragen met fietsen bijna allemaal een helm. Kinderen zijn ook in Duitsland kinderen en als ze dan met de fiets bij een leuke speeltuin aankomen, stormen ze naar hun favoriete toestel en vergeten ze de helm af te zetten. Het hoofd is daarmee wel 2x zo groot geworden en je kunt zo maar overal achter blijven haken of klem komen te zitten in de speeltuin. Daardoor kan een kind zich verwonden. Om ouders hierop attent te maken, plaatste de Gemeente Wachtendonk het bord: “An Spielgeräten Schutzhelm abnehmen!”. Voor veel Nederlanders een grappig bewijs dat Duitse kinderen kennelijk met de helm op worden geboren. De gemeente heeft de ouders gewaarschuwd en zijn daarmee tegen aanklachten gewapend!

Duitsland lijkt met aansprakelijkheidskwesties een stap dichterbij de Verenigde Staten te staan. Hebben de Amerikanen 300 pagina’s nodig om alle aansprakelijkheid in contracten in te perken, dan heeft men in Duitsland er 30 nodig en in Nederland 3.

Wanneer u dus zakendoet met Duitsland is het goed om hier rekening mee te houden. Een betere beschrijving van wat alles wel en niet kan met uw product bespaart u een hoop (juridische) ellende.

Artikel 8:
Siezen en duzen

Wanneer je Nederlanders vraagt naar cultuurverschillen met Duitsers dan noemen ze vaak de Duitse cultuur formeel en dat men in Duitsland in veel omstandigheden Sie zegt. Ik zeg hier expres Sie en niet u, want het gevoel dat erbij hoort is een andere. Wanneer 2 Nederlanders elkaar ontmoeten en er niet veel meer dan 10 jaar leeftijdsverschil is, dan wordt er heel snel je en jij gezegd. Als het niet vanzelf gaat, dan zegt één van twee: “Zeg maar gewoon Frank”. Daarmee bedoelt de persoon in kwestie zeg maar jij en het belangrijkste woordje in deze zin is: “gewoon”. Nu we dat hebben vastgesteld kunnen we weer normaal met elkaar communiceren.

Probeer nu het gevoel van “normaal” met elkaar communiceren te exporteren naar Duitsland. Twee zakenmensen ontmoeten elkaar en ze “siezen” elkaar. Probeer als Nederlander je voor te stellen dat de één tegen de ander zegt: “Sagen Sie bitte normal Herr Müller zu mir”. Voor deze twee Duitsers is het net zo normaal om te “siezen” als voor ons Nederlanders het je en jij zeggen.

Het u-zeggen in Nederland is iets bijzonders: dat betekent respect door een groot leeftijdsverschil, ontzag of officiële brieven en stukken – daar zeggen we ook u. Vooral bij facturen en rekeningen, want er moet immers nog betaald worden. In de Duitse cultuur vind je de bijzonderheid juist bij het “Du”. Het ‘Du” is niet zo maar vanzelfsprekend. Je bent familie, vrienden of in dezelfde studentenvereniging, dus je moet er iets voor zijn of iets voor doen. Een opmerkelijk verschil is hier nog dat Duitsers God met “Du” aanspreken en wij tenminste met U, maar vaker nog Gij. Daarom wint het Duitse voetbalelftal ook zo vaak. Wanneer de wedstrijd tegen Nederland op het scherpst van de snede staat, wie zal God dan helpen? Zijn familie en vrienden of die anderen…….?

Een mooi verhaal om het belang van Sie en Du te illustreren, is wat iemand mij eens vertelde, we noemen hem Stephen. Hij werd directeur van een textielfirma in Duitsland en hij introduceerde daar modernere ICT. Gelukkig was er een medewerkster die ook verstand had van computers en hem daarbij hielp. Na een paar avonden overwerken, het zal donderdag avond geweest zijn, zegt Stephen tegen zijn medewerkster: “Frau Müller, zullen we elkaar niet duzen, we werken nu al zo veel samen?”. Hij dacht: “lijkt me geen probleem om dat voor te stellen,want ik ben toch de directeur”. Het antwoord was er een dat hij niet had verwacht. Frau Müller gaf aan dat ze zich zeer vereerd voelde maar dat ze erover wilde nadenken. Stephen was verbaasd, maar goed het weekend gaat er overheen en op maandagochtend vroeg komt Frau Müller in het kantoor van Stephen en doet de deur dicht. Zij had het hele weekend over het aanbod nagedacht en ze voelde zich echt zeer vereerd, maar ze kon het “Du” niet aannemen, want dan hoorde ze nergens meer bij. “Hoezo dan niet”, vroeg Stephen. Frau Müller legt uit dat ze dan niet meer gewoon met de collega’s in de kantine kan “Mittagessen” en dat ze dan als spion van de chef wordt gezien. Bovendien vraagt iedereen zich af of er nog meer gebeurt dan alleen overwerken. Al dat gedoe wil ze niet en daarom wil ze liever “Sie” blijven zeggen.

Natuurlijk verandert er veel en vinden steeds meer (jonge) Duitsers het normaal om “Du” te zeggen, maar een eeuwenlange traditie gaat niet 1-2-3 weg. Als Nederlander doe je er goed aan om in Duitsland het “Du” niet af te dwingen maar je Duitse zakenpartner ermee te laten komen. Bovendien is het voor ons Nederlanders veel makkelijker om “Sie” te blijven zeggen omdat je anders al die vervelende werkwoorden correct moet vervoegen, zoals; Sie lesen,- du liest, Sie laufen- du läufst en Sie unterschreiben, du unterschreibst. Zo zie je maar weer het heeft ook voordelen en daar zijn wij Nederlanders toch niet ongevoelig voor?

Artikel 9:
Richtig oder gar nicht

Een van de Duitse eigenschappen die bijna elke Nederlander noemt als je er naar vraagt, is “Gründlichkeit”. Deze eigenschap komt mijns inziens voort uit het streven naar zekerheid. Om zeker te zijn dat iets perfect werkt, b.v. een machine, moet je “gründlich” zijn in je ontwerp en de productie. Daardoor vermijd je fouten en lever je een topproduct waar je als producent trots op bent en als klant tevreden.

Richtiges Haus

Een uitdrukking spreekt in dit geval ook boekdelen. Het Nederlandse gezegde “Goed is goed genoeg” luidt in het Duits “Nur das beste ist gut genug”. Met als ultieme consequentie “Je doet het goed of helemaal niet”. Een Duits gemeenteraadslid in een van mijn cursussen zei letterlijk: “Herr Mazeland, ich mache das richtig oder gar nicht!” Nog zo’n prachtige Duitse uitdrukking die je in het verlengde van “Gründlichkeit” kunt zien. Duitsers willen graag iets “richtig machen”. Ze willen een cursus “Richtiges Telefonieren”, ze willen “richtiges Brot” en “ein richtiges Haus”. Ja lieve mensen, een “richtiges Haus” betekent een huis dat volledig onderkelderd is. En dan moet je als Nederlander uitleggen dat de meesten bij ons geen kelder hebben, omdat het anders snel een zwembad wordt vanwege de hoge grondwaterspiegel. Wil je er toch een, dan speelt een Nederlandse eigenschap op: “Nee, een kelder in Nieuw-Vennep, dat is te duur!” Laat staan volledig onderkelderd.

Keerzijde van de medaille

Twee jaar lang gaf ik een aantal colleges over Nederlands-Duitse cultuurverschillen voor de opleiding International Business and Languages (IBL) aan het Saxion in Enschede. Hier studeerden Nederlanders en Duitsers vanaf dag 1 samen en zaten natuurlijk ook samen in de klas. Voordat ik mijn colleges gaf, verspreidde ik onder de studenten een kleine open vragenlijst over Nederlandse en Duitse eigenschappen. Ik vroeg hen wat ze typische eigenschappen van Nederlanders en Duitsers vonden en wat ze positief en voor verbetering vatbaar achtten. Uit de resultaten bleek dat bij deze jonge mensen van 19 – 22 jaar een aantal opmerkelijke Nederlands-Duitse verschillen te zien waren. Bijvoorbeeld ergerden veel Duitse studenten zich aan de Nederlandse zesjes en zeventjes cultuur. “Waar is de ambitie en waarom ga je niet voor het hoogst mogelijk cijfer, doe eens wat beter je best!”, waren Duitse opmerkingen. De docenten aldaar moesten erg wennen aan de andere mentaliteit van de Duitse studenten. Hadden ze een 6,5 gehaald, dan wilde menig Duits student het tentamen of werkstuk graag overdoen. Ze streefden naar minstens een 8. Bij de Nederlandse studenten was het opgevallen dat de Duitse collega’s door hun ambitie en “Gründlichkeit” meer stress hadden: de keerzijde van de medaille.

“Ieder voordeel hep ze nadeel”, zei Johan Cruijff al.